21 februari: Ik ben het brood dat leven geeft (Johannes 6:32-40)
Jezus heeft net duizenden mensen te eten gegeven. Logisch dat velen naar Hem toekomen. Bij Hem is brood in overvloed. Jezus zegt hun dat ze niet moeten zoeken naar tijdelijk brood, maar naar het voedsel dat blijft. Vertrouwen op God is het belangrijkste. Dat willen de omstanders wel. Dan wijst Jezus op zichzelf: ‘Ik ben het brood dat leven geeft’. Ik maak Gods beloften waar. Vertrouwen op God doe je door te geloven in Jezus. Hem heb je broodnodig. Het brood en de wijn zijn tekenen geworden van wat Jezus voor ons deed. Door zijn sterven en opstanding ontvangen we verzoening en worden we verzadigd. We zijn door samen het brood te eten verbonden met Hem, met Gods liefde en trouw voor ons.